Een ode aan de overlopers
“U kunt echt van mij op aan, meneer. ik heb fouten gemaakt en daar heb ik voor vastgezeten, maar daar heb ik van geleerd! Ik ben er alleen maar sterker door geworden. Als ik deze baan krijg zal ik u zeker niet teleurstellen.” Marco zat tegenover me in een lokaaltje van een forensisch behandelcentrum (lees gevangenis) en ik gaf die dag een sollicitatietraining. Ik had de jongens laten nadenken over een antwoord op kritische vragen die een werkgever zou kunnen stellen over hun detentie. Nu waren we dat aan het oefenen in een rollenspel. Marco kwam echt overtuigend over. Als werkgever had ik hem het voordeel van de twijfel gegeven. Dit speelde zich ongeveer 1,5 jaar geleden af.
In de afgelopen meivakantie gaf ik weer trainingen in een jongensgevangenis maar dan op een andere plek in Nederland. En plotseling zat ik weer tegenover Marco. Gelukkig had ik de gelegenheid om hem even kort alleen te spreken. Hij wist het nog van het rollenspel en bij mij kwam het ook weer boven. Ik vertelde hem dat hij mij had overtuigd van z’n goede wil, en vroeg hem ook hoe het kwam dat het niet gelukt was om op het rechte pad te blijven. Hij vertelde dat hij wel een baantje had gekregen, maar dat verdiende niet veel, hij moest hard werken en het werk had niet echt status. Toen een mogelijkheid zich voordeed op om ‘korte termijn en met minder moeite’ meer geld te verdienen koos hij toch daarvoor en helaas (of misschien wel gelukkig) liep hij tegen de lamp.
Marco wilde wel, maar het was hem niet gelukt om een definitieve oversteek te maken van het straatcircuit naar het legale werkcicuit. Ontzettend jammer!
Andere situatie: Ik gaf laatst voorlichting in een klasje met nogal wat opstandige pubers. De sfeer was wel oké, maar de stijgende testosteronspiegel van de jongeren had wel een duidelijk aandeel in de sfeer. Vooral de jongens waren nogal bezig zichzelf te profileren en vooral heel erg cool te zijn. Ik liet ze een filmpje zien van een meisje die op haar 16e zwanger was geworden en nog geen keuze had gemaakt over wat ze met haar zwangerschap ging doen. Vervolgens verdeelde ik het lokaal in vier vakken. Vak 1: abortus, vak 2: kindje houden, vak 3 kindje: laten adopteren en vak 4: kindje naar een pleeggezin. Ik vroeg de leerlingen in het vak te gaan staan waarvan zij vonden dat die keuze het beste was voor dat meisje. Vervolgens ging ik het gesprek aan en vroeg de leerlingen naar hun motivatie om in een bepaald vak te gaan staan. Daarbij geef ik ook steeds nadrukkelijk de mogelijkheid om over te lopen van het ene vak naar het andere vak. Als je deze werkvorm toepast gebeurt er iets bijzonders. Er ontstaat namelijk een soort competitie. Leerlingen die voor een bepaald vak hebben gekozen voelen een bepaalde verbondenheid en proberen hun groep groter te maken door anderen te overtuigen over te lopen. En als je als gespreksleider niet uitkijkt mondt dit uit in een strijd om zieltjes te winnen. Het gaat dan niet eens meer om het echte dilemma waarin het zwangere meisje zit, maar het gaat erom zoveel mogelijk mensen achter het standpunt van jouw groepje te krijgen. Overtuigen en argumenteren zijn dan de belangrijke tools geworden. Als je echt in een dialoog wil blijven is het ook nodig om te luisteren en open en nieuwsgierig te zijn. Maar een andere vaardigheid is het zelfkritisch zijn. Jezelf blijven afvragen; ‘”heb ik het wel bij het goede eind?”. Er waren jongens en meiden in de klas (niet zoveel) die overliepen van het ene naar het andere vak. Ik heb ze allemaal de complimenten gegeven dat ze überhaupt zijn overgestoken. Want wat een moed is er voor nodig om je slungelachtige puberlichaam waarin jij je al onhandig voelt, door de klas te bewegen en toe te geven dat je van mening bent veranderd. Het wordt je door je medeleerlingen niet in dank afgenomen. Het vak waar je uitgaat voelt zich verraden en het vak waar je inkomt is argwanend; “wat moeten we met iemand die zomaar van mening veranderd?”.
Ditzelfde zie je bijvoorbeeld terug bij Joram van Klaveren die de PVV inruilt voor de islam. Je kunt het heel makkelijk veroordelen, maar nogmaals wat een moed om het ene vak uit te stappen en het andere vak in. Dit geldt uiteraard ook voor moslims die christen worden. Denk even aan de keuzes die je zelf ooit hebt gemaakt. De keuze voor jouw politieke partij, jouw kerk, jouw voetbalclub etc. Zou je ze echt ter discussie durven stellen? Zou je over durven steken? Ook als je daarvoor familie, vrienden of zelfs je leven verliest? Als ik naar mezelf kijk ben ik bang van niet, moet ik eerlijk zeggen. Ik ben net als Joram van Klaveren gereformeerd opgevoed en hoewel ik aan veel dingen twijfel zal er toch heel wat water door de Rijn moeten gaan voordat ik überhaupt zou denken dat de Islam misschien iets voor mij zou zijn.
Even terug naar Marco. Uit gesprekken met het gevangenispersoneel begreep ik dat het maar weinig jongeren lukt om echt op het rechte pad te komen. Het vak waar ze één keer voor gekozen hebben is te aantrekkelijk voor ze. Het is makkelijk om deze jongens te veroordelen; “je hebt zoveel kansen gehad om het goed te doen, maar je blijft verkeerde keuzes maken.” Ik hoop dat Marco eens de moed heeft om de oversteek definitief maken. Dat hij z’n matties uit het illegale vak achterlaat en overloopt naar het legale vak. En dan hoop ik ook dat hij daar met open armen en zonder argwaan wordt ontvangen, de complimenten krijgt voor z’n oversteek en z’n talenten op een positieve manier kan inzetten. Lang leve de overlopers!
Uiteraard is Marco niet de echte naam.