Wat is waar?
Misschien ken je dit; er komt een groepje leerlingen binnen die het hebben over het corona-virus. Als toehoorder heb je meteen het klepel-en-klok gevoel. De leerlingen maken zich zorgen en roepen dingen over Chinezen die zowel onjuist als onwenselijk zijn en zijn doof voor de feiten die jij op tafel legt. Ik heb deze discussie laatst nog letterlijk meegemaakt en ik verbaasde me over de onjuistheid van zaken die als feit naar voren werden gebracht.
Wat moet je dan? Dit is weer zo’n moment dat je graag aangrijpt om met jongeren in gesprek te gaan, maar je loopt op tegen een muur van fakenews. Dit kan gaan over de herkomst van het corona-virus, of over het wel of niet bestaan van het maagdenvlies maar het kan ook gaan over de relatie van Kevin en Khadija uit de 4e. In mijn vorige artikel hebben we het al gehad over de oordelen die voort kunnen komen uit deze vermeende feiten maar in dit artikel geef ik je drie tips om het gesprek aan te gaan over onjuiste feiten zelf.
Mijn moeder
Maar nu eerst een ander voorbeeld; Ik was bij mijn 80 jarige moeder thuis. Mijn vader had andere verplichtingen en ik hield mijn moeder gezelschap. Op een bepaald moment zegt ze: ‘ik moet nu toch echt naar huis! Vader en moeder weten niet waar ik blijf!’ Mijn moeder (inmiddels overleden) had de ziekte van Alzheimer. Soms had ze een totaal andere perceptie van de waarheid dan ik. Haar ouders waren al lang geleden overleden en haar ouderlijk huis was er al niet meer. Toch was haar waarheid dat zij als jong meisje ’s avonds laat nog van huis was. Ze moest nu toch echt naar huis, haar ouders zouden ongerust worden! Inmiddels had ik geleerd niet in discussie te gaan maar om mee te bewegen in haar beleving. Dat voelde eerst heel onnatuurlijk, je voert als het ware een soort toneelstukje op met je eigen moeder en dat is gek. Ze heeft toch recht op om te weten hoe het zit zou je zeggen! Maar juist door mee te bewegen doe je recht aan haar waarheid. “Oké, laten we dan gaan, ik loop wel met u mee” En na een blokje om was ze weer vergeten waar ze heen wilde en herkende ze haar eigen huis weer als thuis. (hier zie je nog een leuk voorbeeld) Dit principe van meebewegen en niet in discussie gaan is meteen mijn eerste tip voor in de klas. Dus;
Tip 1: Relativeer de waarheid
Ik hoor je denken: Ja lekker! Ze zitten op school om iets te leren en als je ze niet eens meer mag vertellen hoe het echt zit, waar blijven we dan nog? Daar heb je een punt: Mijn moeder had door haar ziekte een vreemde perceptie van de feiten. Dat is niet vergelijkbaar met leerlingen die bij hun volle verstand zijn zou je zeggen. Dat is waar, maar realiseer je dat iedereen een andere perceptie heeft van de feiten. En de perceptie van jouw leerlingen of studenten wordt net als bij jou gekleurd door social media, fakenews, cultuurverschillen, opvoeding etc. Het is soms maar de vraag wat de waarheid is. Dat één plus één twee is, lijkt onomstotelijk bewezen, maar daar zullen de discussies in de klas vaak niet over gaan. Johan Cruijff zei ooit: “De waarheid is nooit precies zoals je denkt dat hij zou zijn”. Ik denk dat hij gelijk heeft en een discussie aangaan met de klas over wat nou precies de feiten zijn gaat je heel veel tijd en frustratie opleveren. (Zo ben ik al jaren bezig met een discussie met mijn dochter of mijn zomerjas nu grijs of groen is, we komen er niet uit? ) En dat brengt me meteen bij tip 2:
Tip 2: Stap er overheen….
en ga meteen door naar waar het echt omgaat. En waar het echt omgaat zijn de gedachten en gevoelens die ten grondslag liggen aan een uiting en wat die persoon er vervolgens mee gaat doen. Als een leerling ervan overtuigd is dat vluchtelingen terroristen zijn en een bedreiging vormen voor de samenleving (laatst nog gehoord in een klas) kan je heel veel tijd besteden aan het opduikelen van cijfers die het tegendeel bewijzen, maar de vraag is of je daar je doel mee bereikt. Doorvragen naar het gevoel en de angst van deze leerling en daarop respectvol reflecteren leidt wellicht tot een dialoog waarbij je met elkaar van gedachten kan wisselen over hoe je dan omgaat met vluchtelingen. Doordat je nu in gesprek bent, blijft je relatie behouden en van daaruit is iemand misschien bereid zijn of haar eigen gedachten nog eens kritisch te bekijken. Als je één keer in dialoog bent, kan je op een later moment altijd teruggrijpen naar de feiten:
Gespreksleider: “Ik snap dat je bang bent, er komt een asielzoekerscentrum bij jullie in de buurt en je maakt je zorgen om jouw jongere zusje die daar elke dag langs moet fietsen, klopt dat?”
Leerling: “Ja! Precies dat!”
Gespreksleider: “Hoe zou je met dit probleem om kunnen gaan?”
Je doet nu een beroep op de creativiteit van de leerling en je kan de rest van de klas hier ook in betrekken. Er zullen ongetwijfeld andere meningen zijn en wellicht dat anderen de optie noemen om contact te maken met vluchtelingen. Er ontstaat nu een gesprek en dat is het moment waarop je kan zeggen: “Zullen we eens kijken hoe dat met andere AZC’s in Nederland is gegaan?” En dan ben je na een omweggetje toch uitgekomen bij welke feiten er echt zijn. Belangrijk is dan wel dat je zelf met de goede informatie komt en dat is meteen de laatste tip.
Tip 3: Geef zelf het goede voorbeeld
Eerlijk gezegd ken ik de cijfers rondom incidenten bij AZC’s helemaal niet. Ik zou het dus eerst moeten opzoeken. Ik geloof er in dat het goed is om dit ook gewoon toe te geven. Jongeren verwachten misschien dat jij alles weet, maar dat is natuurlijk niet zo. Door toe te geven dat jij ook niet van alles op de hoogte bent geef je aan; ‘het is oké om niet alles te weten, als ik iets zeker wil weten zal ik het ook uit moeten zoeken’. Je laat zien dat je een onderzoekende houding hebt, dat je nieuwsgierig bent en bereid bent je mening bij te stellen aan de hand van de feiten. Dat zijn precies de vaardigheden die je in een goede dialoog nodig hebt. Dit lijkt misschien makkelijk, maar ik zou je wel willen uitdagen. Kijk na één les eens terug naar wat je verteld hebt, ga alle feiten nog eens bij langs en vraag je bij alles af: Hoe zeker weet ik dit eigenlijk?
Als ik mijn eigen blog nu teruglees weet ik ook niet alles zeker. Daarom zou ik het leuk vinden als je hieronder een reactie plaatst!
In mijn training dialoog in de klas oefenen we o.a. met deze tips. Klik hier als je daar meer over wilt weten.